Analyse van factoren die huisartsen ervan weerhouden om bij ouderen met urineweginfecties, verblijvend in woonzorgcentra, hun voorschrijfgedrag aan te passen aan de bestaande guidelines

ONDANKS HET FEIT DAT DE EERSTELIJNSZORG MEER EN MEER BELANG HECHT AAN WETENSCHAPPELIJK ONDERBOUWDE ZORGVERLENING, STELLEN WE VAST DAT DE HUIDIGE RICHTLIJNEN OMTRENT BEHANDELING EN DIAGNOSTIEK VAAK NIET GEVOLGD WORDEN. BIJ RESIDENTEN IN WOONZORGCENTRA (WZC) ZIJN URINEWEGINFECTIES (UWI) VAAK DE REDEN VOOR HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA. HET EERSTE DEEL VAN DE STUDIE ONDERZOEKT HET HUIDIGE ANTIBIOTICABELEID IN WZC BIJ RESIDENTEN MET UWI. BIJ 438 RESIDENTEN VAN DRIE WZC WERDEN 33 UWI GERAPPORTEERD. IN HET TWEEDE DEEL WORDT ENERZIJDS HET KENNISNIVEAU VAN HUISARTSEN BETREFFENDE DE RICHTLIJN URINEWEGINFECTIES ONDERZOCHT, ANDERZIJDS DE MOTIVATIE TOT HET EVENTUEEL AFWIJKEN ERVAN. DAARNAAST WORDT NAGEGAAN OF LEEFTIJD, GESLACHT, HET AL DAN NIET PRAKTIJKOPLEIDER OF ARTS IN OPLEIDING ZIJN EEN STATISTISCH SIGNIFICANT VERSCHIL IN KENNIS VAN DE RICHTLIJN MET ZICH MEEBRENGT. ARTSEN UIT DRIE VERSCHILLENDE VLAAMSE REGIO’S WERDEN UITGENODIGD TOT HET INVULLEN VAN EEN VRAGENLIJST, DEWELKE UITEINDELIJK DOOR 56 ARTSEN WERD BEANTWOORD. HET GEMIDDELDE VAN ALLE SCORES BEDROEG 67.7%. DE BEVRAAGDE KARAKTERISTIEKEN VAN DE RESPONDENTEN KONDEN NIET WORDEN GELINKT AAN STATISTISCH SIGNIFICANTE VERSCHILLEN IN SCORES. KENNIS OVER RICHTLIJNEN LEIDT NIET NOODZAKELIJK TOT IMPLEMENTATIE ERVAN IN DE PRAKTIJK. UITGEBREIDER ONDERZOEK IS NODIG OM BARRIÈRES EN STIMULI TOT BETERE KLINISCHE PRAKTIJKVOERING IN KAART TE BRENGEN.