Sciensano huisvest het Nationaal Referentielaboratorium voor Yersinia pestis. Sciensano is ook verantwoordelijk voor de epidemiologische surveillance van pest in België.

Pest is een ziekte bij mens en dier die wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis. De pestbacterie is berucht om de pandemie die ze in de 14e eeuw veroorzaakte, de ‘Zwarte Dood’ genaamd. De ziekte is in West-Europa al meer dan 80 jaar niet meer voorgekomen, maar wordt in sommige delen van de wereld nog wel aangetroffen.
Er worden drie hoofdvormen van menselijke pest onderscheiden. De symptomen omvatten meestal koorts, hoofdpijn, rillingen en zwakte. Andere symptomen zijn afhankelijk van de vorm van de ziekte:
Mensen worden besmet door de beet van besmette vlooien, door onbeschermd contact met besmettelijke lichaamsvloeistoffen of besmette materialen of door inademing van ademhalingsdruppels van een patiënt met longpest
In België wordt pest gediagnosticeerd in het Nationaal referentielaboratorium in de unit Bacteriële zoönotische ziekten van Sciensano. Het NRL is verantwoordelijk voor het verstrekken van specifieke informatie over monsterbehandeling, type matrices en relevante tests. Het voert isolatie uit klinische monsters en moleculaire diagnose (PCR) uit.
Pest komt nog steeds voor in veel gebieden in de wereld, vooral in Afrika (landelijke gebieden), maar ook in het Verre Oosten, Centraal-Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Sinds de jaren negentig hebben de meeste menselijke gevallen zich voorgedaan in Afrika. De drie meest endemische landen zijn de Democratische Republiek Congo, Madagaskar en Peru. In België werden in meer dan 80 jaar geen gevallen gemeld.
Vroegtijdige diagnose en daaropvolgende behandeling zijn essentieel voor overleving en vermindering van complicaties. Antibiotica en ondersteunende therapie zijn effectief indien ze tijdig worden opgestart.
Pest bij dieren komt meestal voor als een ziekte die door vlooien wordt overgedragen bij kleine wilde dieren zoals knaagdieren. Aangenomen wordt dat pestbacteriën in lage concentraties circuleren in knaagdierpopulaties. Die knaagdieren en hun vlooien zijn langdurige reservoirs voor de bacterie. Ook grotere dieren zoals honden, katten en vossen kunnen besmet raken en klinische symptomen ontwikkelen.