Betrokkenheid van kinderen en adolescenten bij maaltijdbereiding

Last updated on 28-6-2024 by Thérésa Lebacq

Waarom bestuderen we de betrokkenheid van kinderen en adolescenten bij het bereiden van maaltijden?

  • Betrokkenheid bij het bereiden van maaltijden kan kinderen en adolescenten helpen meer te leren over voeding, gezonde eetgewoonten en het belang van een evenwichtige voeding, wat kan leiden tot betere voedselkeuzes in hun latere leven.
  • Kinderen en adolescenten die betrokken zijn bij het bereiden van maaltijden zijn eerder geneigd om nieuwe voedingsmiddelen uit te proberen, gezondere eetgewoonten te ontwikkelen en meer groenten te eten.
  • Het betrekken van kinderen en adolescenten bij het bereiden van maaltijden bevordert hun algemene ontwikkeling en welzijn, waardoor gezondere levensstijlen en betere vaardigheden voor het leven worden gestimuleerd.

Hoe onderzoeken we dit?

  • In 2022-2023 vroegen we aan ouders van kinderen (3-9 jaar): ‘Hoe vaak helpt uw kind bij het bereiden van een warme maaltijd?’ en aan adolescenten: ‘Hoe vaak help je jouw (stief) ouders met het bereiden van een warme maaltijd?’. De antwoordopties waren: ‘Alle dagen of bijna alle dagen’, ‘1-4 keer per week’, ‘1-3 keer per maand’, ‘Zelden’ en ‘Nooit’.
  • In 2014-2015 stelden we aan ouders van kinderen (3-9 jaar) de minder specifieke vraag: ‘Wordt uw kind betrokken bij de bereiding van de maaltijd?’ met de antwoordopties: ‘Ja, altijd’, ‘Ja, soms’ en ‘Nooit’. Op dezelfde manier werd aan adolescenten gevraagd: ‘Helpt u mee met de bereiding van maaltijden?’ met de antwoordopties ‘Ja’ of ‘Neen’.
  • Om de resultaten gemakkelijker te interpreteren en de vergelijking tussen jaren mogelijk te maken, werden de antwoordcategorieën opnieuw gegroepeerd om het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij de maaltijdbereiding weer te geven.

BELANGRIJKSTE RESULTATEN

In België helpt 24% van de kinderen en adolescenten nooit mee met het bereiden van maaltijden, terwijl 24% zelden helpt, 22% 1-3 keer per maand helpt, 22% 1-4 keer per week helpt, en 8% elke dag of bijna elke dag helpt.
Het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij het bereiden van maaltijden ligt hoger bij jongens (31%) dan bij meisjes (17%). Het percentage verschilt niet tussen kinderen van 3-9 jaar en adolescenten van 10-17 jaar.
Er is een verband tussen het opleidingsniveau en de betrokkenheid van kinderen en adolescenten bij het bereiden van maaltijden. Diegenen uit gezinnen met een lager opleidingsniveau zijn minder vaak betrokken bij het bereiden van maaltijden vergeleken met diegenen uit gezinnen met een middelhoog of hoog opleidingsniveau.
Er zijn geen regionale verschillen in het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij het bereiden van maaltijden.
Het percentage adolescenten dat nooit betrokken is bij het bereiden van maaltijden is gedaald van 51% in 2014-2015 naar 24% in 2022-2023.

Leeftijd en geslacht

Verdeling van kinderen en adolescenten van 3 tot 17 jaar uit de Belgische bevolking volgens hun frequentie van betrokkenheid bij de bereiding van maaltijden, volgens geslacht, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • In België helpt 24% van de kinderen en adolescenten nooit met het bereiden van maaltijden, terwijl 24% zelden helpt, 22% helpt 1-3 keer per maand, 22% helpt 1-4 keer per week en 8% helpt elke dag of bijna elke dag.
  • De frequentie van helpen bij het bereiden van maaltijden verschilt niet tussen kinderen van 3-9 jaar en adolescenten van 10-17 jaar.
  • Het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij het bereiden van maaltijden ligt veel hoger bij jongens (31%) dan bij meisjes (17%). De andere percentages verschillen niet volgens geslacht.

Opleidingsniveau

Verdeling van kinderen en adolescenten van 3 tot 17 jaar uit de Belgische bevolking volgens hun frequentie van betrokkenheid bij de bereiding van maaltijden, volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op het niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogst behaalde diploma door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (van 18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.
  • Er is een verband tussen het opleidingsniveau en de betrokkenheid van kinderen en adolescenten bij het bereiden van maaltijden. Diegenen uit gezinnen met een lager opleidingsniveau zijn minder vaak betrokken bij het bereiden van maaltijden vergeleken met diegenen uit gezinnen met een middelhoog of hoog opleidingsniveau.
  • Het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij het bereiden van maaltijden is hoger onder diegenen uit gezinnen met een laag opleidingsniveau (30%) vergeleken met diegenen uit gezinnen met een middelhoog (21%) en hoog opleidingsniveau (19%).
  • Daarnaast is het percentage kinderen en adolescenten dat zelden betrokken is bij het bereiden van maaltijden lager onder diegenen uit gezinnen met een laag opleidingsniveau (19%) vergeleken met diegenen uit gezinnen met een middelhoog (27%) en hoog opleidingsniveau (28%).
  • Op dezelfde manier zijn kinderen en adolescenten uit gezinnen met een laag opleidingsniveau minder waarschijnlijk 1-3 keer per maand betrokken bij de maaltijdbereiding (20%) vergeleken met die uit gezinnen met een hoog opleidingsniveau (27%).

Regio en jaar

Percentage kinderen en adolescenten van 3 tot 17 jaar uit de Belgische bevolking dat nooit betrokken is bij de bereiding van maaltijden, volgens jaar en regio, België: 2022-2023

  • ​Gecorrigeerd = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status, en gecorrigeerd volgens leeftijd en geslacht op basis van een lineair regressiemodel (met de Belgische bevolking van 2022-2023 als referentie).
  • In 2014-2015 was de steekproefgrootte in Brussel onvoldoende groot om conclusies te trekken.
  • De vragen werden anders geformuleerd in 2014-2015 en 2022-2023:
    • in 2022-2023 vroegen we ouders van kinderen (3-9 jaar) ‘Hoe vaak helpt uw kind met het bereiden van een warme maaltijd?’ en adolescenten ‘Hoe vaak help je jouw (stief)ouders met het bereiden van een warme maaltijd?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Nooit’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd;
    • in 2014-2015 vroegen we ouders van kinderen (3-9 jaar) de minder specifieke vraag: ‘Wordt uw kind betrokken bij de bereiding van de maaltijd?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Nooit’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd. Op dezelfde manier werd aan adolescenten gevraagd: ‘Helpt u mee met de bereiding van maaltijden?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Neen’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd.
  • Er zijn geen regionale verschillen in het percentage kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij de maaltijdbereiding.
  • In het algemeen is het percentage Belgische kinderen en adolescenten dat nooit betrokken is bij de maaltijdbereiding gedaald van 40% in 2014-2015 naar 24% in 2022-2023, in alle regio’s. Echter, de manier waarop de vraag werd geformuleerd verschilde tussen 2014-2015 en 2022-2023, wat deze resultaten kan beïnvloeden.

Jaar en leeftijd

Percentage kinderen en adolescenten van 3 tot 17 jaar uit de Belgische bevolking dat nooit betrokken is bij de bereiding van maaltijden, volgens jaar en leeftijd, België: 2022-2023

  • Gecorrigeerd = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status, en gecorrigeerd volgens leeftijd en geslacht op basis van een lineair regressiemodel (met de Belgische bevolking van 2022-2023 als referentie).
  • De vragen werden anders geformuleerd in 2014-2015 en 2022-2023:
    • in 2022-2023 vroegen we ouders van kinderen (3-9 jaar) ‘Hoe vaak helpt uw kind met het bereiden van een warme maaltijd?’ en adolescenten ‘Hoe vaak help je jouw (stief)ouders met het bereiden van een warme maaltijd?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Nooit’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd;
    • in 2014-2015 vroegen we ouders van kinderen (3-9 jaar) de minder specifieke vraag: ‘Wordt uw kind betrokken bij de bereiding van de maaltijd?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Nooit’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd. Op dezelfde manier werd aan adolescenten gevraagd: ‘Helpt u mee met de bereiding van maaltijden?’. Het percentage individuen dat de optie ‘Neen’ heeft gekozen, wordt gepresenteerd.
  • Het percentage adolescenten dat nooit betrokken is bij de bereiding van maaltijden is gedaald van 51% in 2014-2015 naar 24% in 2022-2023. Bij kinderen is dit percentage tussen 2014-2015 en 2022-2023 niet veranderd. Echter, de verschillende formulering van de vraag tussen 2014-2015 en 2022-2023 zou deze resultaten kunnen beïnvloeden.

 

Gelieve naar deze pagina te verwijzen als: Sciensano. Voedingsgewoonten en voedselvaardigheden: Betrokkenheid van kinderen en adolescenten bij de maaltijdbereiding, Voedselconsumptiepeiling 2022-2023, Juni 2024, Brussel, België, https://www.sciensano.be/nl/resultaten-van-de-nationale-voedselconsumptiepeiling-2022-2023/voedingsgewoonten/betrokkenheid-van-kinderen-en-adolescenten-bij-maaltijdbereiding

QR code

QR code for this page URL