In het kort
Humane biomonitoring bestaat uit het meten van stoffen (of hun metabolieten) in humane vloeistoffen of weefsels (bloed, urine, navelstreng, haar enz.). Zo kan een reële en algemene schatting worden gemaakt van de blootstelling van mensen aan chemische stoffen, voor alle blootstellingsbronnen en -routes. Als dusdanig is biomonitoring bijzonder geschikt om stoffen te monitoren die algemeen aanwezig zijn in binnen- en buitenomgevingen (water, lucht, bodem), maar ook in levensmiddelen en dagelijkse producten (materialen, schoonmaakproducten, speelgoed enz.).
In het BMH-Wal-project onderzoeken we de blootstelling van de Waalse bevolking aan een aantal al dan niet verontreinigende stoffen die vaak worden aangetroffen in het leefmilieu.
Projectbeschrijving
In het kader van een subsidiedecreet heeft de openbare dienst van Wallonië het ‘Institut scientifique de service public (ISSeP)’ belast met het onderzoeksproject BMH-Wal (Biomonitoring Humain Wallon). Het project wil referentiedata verzamelen over de blootstelling van Walen aan een aantal al dan niet verontreinigende stoffen die vaak worden aangetroffen in het leefmilieu (metalen, pesticiden enz.). Als een van de partners staat Sciensano in voor het bepalen van zware metalen en de speciatie van arseen in bloed- of staalmonsters.
Het eerste programma heeft tot doel referentiewaarden te verkrijgen voor de blootstelling van Walen aan verontreinigende en chemische stoffen die voorkomen in het leefmilieu: in de lucht die we inademen, onze voeding, verpakkingen, dagelijkse producten, in huis en in de tuin.
Met de data die via biomonitoring worden verkregen van Waalse vrijwilligers kunnen we:
- de specifieke referentieconcentraties van de Waalse bevolking bepalen;
- bepalen of bepaalde leeftijdsgroepen meer worden blootgesteld;
- bepalen of de impregnatie dezelfde is voor beide geslachten;
- de invloed bepalen van het type woonplaats (stad/platteland/landbouw/industrie);
- bepalen of de blootstelling van Walen aan stoffen vergelijkbaar is met of verschilt van de blootstelling in andere (Europese) landen met een vergelijkbaar socio-economisch niveau;
- wanneer waarden voor blootstellingslimieten beschikbaar zijn, beoordelen of de bereikte interne niveaus een gezondheidsprobleem vormen en specifieke preventie- of interventiemaatregelen vereisen.
Afhankelijk van de steekproefgrootte en op basis van een bijkomend onderzoek kunnen verbanden worden gezocht tussen mogelijke bronnen van blootstelling aan chemische stoffen en het impregnatieniveau.
Er is contact opgenomen met verschillende personen uit het Waals Gewest met het verzoek om urine- en bloedmonsters te verstrekken. De afdeling spoorelementen van Sciensano meet en analyseert zware metalen en arseen species. Het project verloopt in meerdere fasen:
- BMH-Wal1: zuigelingen, adolescenten en volwassenen (20-39 jaar);
- BMH-Wal2: kinderen en bijkomende verbindingen (als speciatie);
- BioBro: controle van mogelijke overmatige blootstelling op plaatsen nabij metaalverwerkende bedrijven;
- BMH-Wal3: volwassenen (40-59 jaar)
Projectonderzoekers van Sciensano
Diensten die aan dit project werken
Partners
