In het kort
Tegenwoordig zijn er op de Belgische markt veel ‘dieet’-producten verkrijgbaar die worden gezoet met caloriearme suikeralternatieven, zoals steviolglycoside. Hoewel de Europese Commissie het gebruik van additieven in voedsel strikt reguleert, maken veel consumenten zich zorgen over de veiligheid van voedseladditieven in hun dieet. In dit project onderzoeken we hoeveel producten met steviolglycosiden beschikbaar zijn op de Belgische markt en hoe vaak ze worden gebruikt. Zo krijgen we een inzicht in de blootstelling van de Belgische populatie aan steviolglycosiden en de daaruit voortvloeiende risicobeoordeling.
Projectbeschrijving
De blootstelling van de Belgische bevolking aan het voedingsadditief steviolglycoside (E960) wordt in dit project beoordeeld. Daartoe voeren we een uitgebreide staalname uit van beschikbare voedingsproducten op de Belgische markt en analyseren we de stalen in het laboratorium om de exacte concentratiegegevens in het voedsel te bepalen. We gebruiken deze concentratiegegevens daarna in combinatie met de dagelijkse inname van de voedingsmiddelen door de Belgische bevolking om de dagelijkse inname te evalueren. Deze inname zal worden vergeleken met de aanvaardbare dagelijkse inname zoals gedefinieerd door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om het mogelijke risico van E960 te beoordelen.
De studie omvat een stapsgewijze benadering van de beoordeling van de inname via de voeding. Eerst wordt het actuele gebruik gebaseerd op de maximale toegelaten concentraties van steviolglycoside in voeding. De inname wordt dan verfijnd door de aanwezigheid van de producten op de Belgische markt. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een etiketonderzoek en beschikbare databases. Bij de volgende verfijning van de innamebepaling zullen de werkelijke concentraties steviolglycosiden in voeding worden gebruikt.
Aangezien dit onderzoek een verfijnde en actuele schatting van de inname via de voeding oplevert, worden grootverbruikers en de belangrijkste voedingsbijdragers geïdentificeerd. Dit maakt een gericht beleid mogelijk voor de aanpak van mogelijke gezondheidsproblemen.