Sciensano centraliseert en analyseert de gegevens afkomstig van verschillende partners (peillaboratoria en Nationaal Referentiecentrum) en volgt zo de evolutie van de RSV-infecties op.

RSV, of ‘respiratoir syncytieel virus’, veroorzaakt een luchtweginfectie die zeer vaak voorkomt bij zuigelingen, maar die op elke leeftijd kan optreden.
RSV is een virus dat de bovenste luchtwegen (neus en keel) aantast.
De symptomen treden op 2 tot 8 dagen na de blootstelling aan het virus en doen aanvankelijk denken aan een verkoudheid:
Na de eerste infectie zijn herinfecties later in het leven mogelijk. Bij volwassenen gaat het meestal om banale infecties van de bovenste luchtwegen.
In de helft van de gevallen kan de infectie verergeren en de onderste luchtwegen aantasten.
Een RSV-infectie is de vaakst voorkomende oorzaak van luchtweginfecties bij zuigelingen en kleine kinderen.
De meeste kinderen maken een eerste episode van RSV-infectie door tijdens het eerste levensjaar.
Bijna alle kinderen hebben de infectie al gekregen voor ze twee jaar zijn.
In België en algemeen op het noordelijk halfrond treden RSV-infecties op als een seizoensgebonden epidemie. Meer informatie over de seizoenaliteit van RSV kunt u terugvinden in dit document.
RSV dringt het lichaam binnen via de slijmvliezen van de neus, de mond en de ogen. Het verspreidt zich via de lucht door hoesten, niezen of de neus snuiten, via rechtstreeks contact met een geïnfecteerde persoon en via onrechtstreeks contact met een geïnfecteerd oppervlak of voorwerp.
Bij zuigelingen jonger dan twee jaar, ouderen en personen die een longaandoening, een cardiovasculaire aandoening of verminderde immuniteit hebben, kan een RSV-infectie verergeren en evolueren tot een longontsteking.
Bij kinderen kan er ook een lichte of acute oorontsteking of bronchiolitis optreden (ontsteking van de kleinste luchtwegen).