MIGRACARTO - Studie over de mogelijke migratie van stoffen vanuit rietjes en meeneemartikelen van papier en karton en de mogelijke impact op de volksgezondheid

Last updated on 5-2-2024 by Lieke Vervoort
Projectduur:
september 15, 2022
-
juni 30, 2023

In het kort

Door de constante druk van consumenten en overheden om het gebruik van fossiele kunststoffen te verminderen, ziet de industrie zich ertoe verplicht om vervangende materialen te ontwikkelen. Die materialen moeten milieuvriendelijk zijn, maar ook veilig voor de consumenten. In de studie MIGRACARTO onderzoeken we mogelijke migraties van verschillende stoffen (bv. ftalaten, foto-initiators, primaire aromatische amines, minerale oliën, PFAS en bisfenolen) vanuit rietjes en meeneemartikelen gemaakt van papier en karton en de bijbehorende risico’s voor de consument.

Projectbeschrijving

Sinds plastic artikelen voor eenmalig gebruik verboden zijn in Europa, ziet de sector van voedselcontactmaterialen (VCM) zich ertoe verplicht om duurzame alternatieven te zoeken. Papier en karton zijn praktische alternatieve VCM’s maar moeten veilig zijn voor de consument. Daarom heeft de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid het project MIGRACARTO besteld. Het moet nieuw of vernieuwd wetenschappelijk bewijsmateriaal verstrekken om het voedselveiligheidsbeleid op het vlak van voedselcontactmaterialen te ondersteunen op Europees en nationaal niveau. In de studie onderzoeken we mogelijke migraties van verschillende stoffen (bv. ftalaten, foto-initiators, primaire aromatische amines, minerale oliën, per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) en bisfenolen) vanuit rietjes en meeneemartikelen gemaakt van papier en karton. 

We selecteerden eerst representatieve monsters op basis van een webgebaseerde marktstudie in de Belgische, Nederlandse, Franse, Duitse en Britse markt in het kader van het project TREFCOM (RT 2¼)
, artikelen gekocht in Belgische supermarkten en artikelen beschikbaar in fastfoodrestaurants.

We kochten in totaal 20 rietjes en 58 meeneemartikelen. De monsters werden vervolgens ofwel intact geëxtraheerd ofwel nadat het testspecimen was versneden. De extractieomstandigheden zijn gebaseerd op beschikbare CEN-methoden (EN 645 & EN 15119). De monsters werden dus geëxtraheerd met milli-Q-water of ethanol van 95%. Minerale olie werd geëxtraheerd met een mengeling van ethanol en hexaan. Vervolgens analyseerden we de extracten met vloeistof- (LC) en gas- (GC) chromatografie, gekoppeld aan tandemmassaspectrometrie (MS/MS) en hoge-resolutiemassaspectrometrie (HRMS). Voor de analyse van minerale oliën gebruikten we specifieke apparatuur (LC-GCxGC-FID). Bij de experimenten werden 23 van de 91 onderzochte stoffen aangetroffen, en minstens één stof migreerde in meer dan de helft van de monsters (57,7%). Verder werden 21 andere stoffen gedetecteerd met een screeningmethode.
 
Tot slot deden we een risicobeoordeling voor alle stoffen die in de monsters waren aangetroffen. In een aantal monsters was er een probleem met bisfenol A, 3,3’-dimethylbenzidine, minerale olie en PFAS. Die resultaten komen echter overeen met een worstcasescenario aangezien extractie-experimenten werden uitgevoerd. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen extractietesten voor minerale olie met exhaustieve extractie door middel van hexaan/ethanol en andere minder exhaustieve methoden die meer representatief zijn voor de reële gebruiksomstandigheden. De methoden moeten in elk geval worden geharmoniseerd en de Europese wetgeving moet verder worden ontwikkeld om deze thema’s aan te pakken. 
 

Projectonderzoekers van Sciensano

Diensten die aan dit project werken

Geassocieerde gezondheidsonderwerpen

QR code

QR code for this page URL