Middelomtrek/lengte verhouding

Last updated on 28-6-2024 by Laïla Boulbayem

Waarom kijken we naar de middelomtrek/lengte verhouding en gezondheidsrisico’s?

  • De ophoping van vet rond de buik (bekend als abdominale obesitas) wordt in belangrijke mate in verband gebracht met hart- en vaatziekten, de ziekte van Alzheimer en andere stofwisselings- en vaatziekten.
  • De verhouding tussen de middelomtrek en lengte biedt een eenvoudige screening voor gezondheidsrisico’s gerelateerd aan de ophoping van extra vet rond de buik.

Hoe doen we dit? 

  • We hebben de middelomtrek en lengte van de deelnemers gemeten met gestandaardiseerde procedures en apparaten.
  • De middelomtrek/lengte verhouding wordt berekend door de middelomtrek te delen door de lengte.
  • Een middelomtrek/lengte verhouding van 0,5 of hoger duidt op verhoogde gezondheidsrisico’s.

BELANGRIJKSTE RESULTATEN

Zes op de tien personen van de Belgische bevolking van drie jaar en ouder hebben een gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas.
Negen op de tien ouderen (65 jaar en ouder) hebben een gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas.
Volwassen mannen hebben een hoger gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas dan vrouwen.
Het gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas neemt af met het opleidingsniveau.
Op regionaal niveau nam het gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas toe in Brussel, af in Wallonië en veranderde het niet in Vlaanderen tussen 2014-2015 en 2022-2023.

Leeftijd en geslacht

Percentage van de Belgische bevolking van 3 jaar en ouder met een gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas (middelomtrek/lengte verhouding ≥ 0,50), volgens leeftijd en geslacht, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Hoewel de grenswaarde van 0,50 vaak wordt toegepast bij kinderen om cardiometabool risico te voorspellen, is de optimale grenswaarde nog steeds onderwerp van discussie, waarbij mogelijk specifieke grenswaarden voor verschillende populaties nodig zijn.
  • Ouderen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen in woonzorgcentra, personen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, of personen die niet zonder hulp konden worden geïnterviewd (bv. personen met dementie).

 

 

  • Het gezondheidsrisico neemt af tussen de kindertijd (29%) en adolescentie (18%), en neemt geleidelijk toe bij jongvolwassenen (18-39 jaar) (73%), volwassenen van middelbare leeftijd (40-64 jaar) (73%) en ouderen (65 jaar en ouder) (89%).
  • Bij kinderen en adolescenten zijn er geen verschillen volgens geslacht, maar deze verschillen zijn er wel bij de volwassenen.
  • Volwassen mannen hebben een hoger gezondheidsrisico in verband met abdominale obesitas dan vrouwen.
  • Bij ouderen heeft 96% van de mannen een gezondheidsrisico, vergeleken met 84% van de vrouwen. 

Opleidingsniveau

Percentage van de Belgische bevolking van 3 jaar en ouder met een gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas (middelomtrek/lengte verhouding ≥ 0,50), volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Hoewel de grenswaarde van 0,50 vaak wordt toegepast bij kinderen om cardiometabool risico te voorspellen, is de optimale grenswaarde nog steeds onderwerp van discussie, waarbij mogelijk specifieke grenswaarden voor verschillende populaties nodig zijn.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op het niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogst behaalde diploma door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (van 18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.

 

 

 

  • Het gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas is lager voor personen met een hoger opleidingsniveau: 67% van de laag opgeleide personen loopt risico, vergeleken met 57% van de midden opgeleiden en 45% van de hoogst opgeleiden.

 

Regio en jaar

Percentage van de Belgische bevolking van 3 tot 64 jaar met een gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas (middelomtrek/lengte verhouding ≥ 0,50), volgens jaar en regio, België: 2022-2023

  • Gecorrigeerd = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status, en gecorrigeerd volgens leeftijd en geslacht op basis van een lineair regressiemodel (met de Belgische bevolking van 2022-2023 als referentie).
  • In 2014-2015 was de steekproefgrootte in Brussel onvoldoende groot om conclusies te trekken.
  • Hoewel de grenswaarde van 0,50 vaak wordt toegepast bij kinderen om cardiometabool risico te voorspellen, is de optimale grenswaarde nog steeds onderwerp van discussie, waarbij mogelijk specifieke grenswaarden voor verschillende populaties nodig zijn.

 

  • Het gezondheidsrisico gerelateerd aan abdominale obesitas bij de bevolking van 3 tot 64 jaar is hoger in Brussel dan in Vlaanderen.
  • In het algemeen is het gezondheidsrisico niet veranderd in de Belgische bevolking van 3 tot 64 jaar tussen 2014-2015 en 2022-2023.
  • Op regionaal niveau is het risico in de Belgische bevolking van 3 tot 64 jaar tussen 2014-2015 en 2022-2023 toegenomen in Brussel, afgenomen in Wallonië en niet veranderd in Vlaanderen.

Gelieve naar deze pagina te verwijzen als: Sciensano: Gewichtstoestand en eetstoornissen: Middelomtrek/lengte verhouding en gezondheidsrisico’s, Voedselconsumptiepeiling 2022-2023, Juni 2024, Brussel, België, https://www.sciensano.be/nl/resultaten-van-de-nationale-voedselconsumptiepeiling-2022-2023/gewichtstoestand-en-eetstoornissen/middelomtrek-lengte-verhouding

QR code

QR code for this page URL