Hoeveelheid en intensiteit van lichaamsbeweging bij oudere volwassenen van 65 jaar en ouder

Last updated on 5-12-2024 by Laïla Boulbayem

Waarom bestuderen we lichaamsbeweging?

  • Alle oudere volwassenen zouden regelmatig moeten bewegen, omdat dit aanzienlijke gezondheidsvoordelen biedt. Bewegen helpt in deze bevolkingsgroep om het algemene sterftecijfer te verlagen, verbetert de gezondheid van hart en bloedvaten, verlaagt het risico op kanker en diabetes type 2. Ook bevordert het de geestelijke gezondheid, verbetert het cognitieve functies en slaap, en vermindert het obesitas. Bovendien helpt regelmatige beweging om vallen en verwondingen te voorkomen, en draagt het bij aan sterkere botten en een beter functioneel vermogen.
  • Oudere volwassenen worden aangemoedigd om minstens 2 tot 3 dagen per week spierversterkende en activiteiten met meerdere componenten uit te voeren die gericht zijn op evenwicht en kracht, en van een matige tot hoge intensiteit. Deze activiteiten zijn essentieel voor hun gezondheid en ter preventie van vallen.
  • De WHO raadt oudere volwassenen aan om 150–300 minuten matig intensief of 75–150 minuten hoog intensief te bewegen per week, met de mogelijkheid om deze niveaus te overschrijden voor extra gezondheidsvoordelen. 
  • Het bestuderen van lichamelijke (in)activiteit bij oudere volwassenen is belangrijk om de gezondheidsvoordelen ervan te begrijpen. De bevindingen bieden beleidsmakers een basis voor de ontwikkeling van interventies om lichaamsbeweging te bevorderen, met als doel het risico op chronische ziekten te verminderen en de levenskwaliteit van de ouder wordende bevolking te verbeteren.

Hoe onderzoeken we dit?

  • Lichaamsbeweging bij volwassenen werd onderzocht met behulp van de lange versie van de zelfgerapporteerde International Physical Activity Questionnaire (IPAQ), speciaal aangepast voor oudere volwassenen. Deze vragenlijst wordt gebruikt om de intensiteit, frequentie en duur van beweging in verschillende domeinen (transport, vrije tijd, werk en huishouden/tuin) te bepalen, evenals het algemeen beweegniveau.
  • De IPAQ, aangepast voor oudere volwassenen, meet drie soorten lichaamsbeweging: wandelen (op een laag, matig en hoog tempo), matig intensief bewegen en hoog intensief bewegen.
    • Wandelen wordt geëvalueerd tijdens werk (bv. vrijwilligerswerk), transport en in de vrije tijd. Daarnaast wordt het wandeltempo ingeschat: laag, matig of hoog. Een matig en hoog wandeltempo valt binnen het niveau van matig tot hoog intensief bewegen.
    • Matig intensief bewegen verwijst naar activiteiten zoals fietsen en tuinieren. Deze worden aan de respondenten omschreven als “een matige fysieke inspanning die je sneller en dieper laat ademen dan normaal.”
    • Hoog intensief bewegen omvat activiteiten zoals joggen, mountainbiken en het verplaatsen van meubels. Deze worden omschreven als “een zware fysieke inspanning die je veel sneller en dieper laat ademen dan normaal.”
  • Hoewel vragenlijsten waardevolle instrumenten zijn, overschatten mensen vaak hun eigen lichaamsbeweging. Dit komt doordat ze de intensiteit moeilijk kunnen inschatten, vergeetachtig zijn of sociaal aanvaardbare antwoorden willen geven. Deze beperkingen betekenen dat de resultaten het beste gebruikt kunnen worden voor het vergelijken van groepen (bv. volgens geslacht, leeftijd, of sociaaleconomische status) in plaats van het trekken van absolute conclusies.

Belangrijkste resultaten

Het percentage oudere volwassenen dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt, verschilt niet volgens geslacht: 77% bij de vrouwen en 78% bij de mannen.
Het percentage oudere volwassenen met een laag opleidingsniveau dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt lager dan het percentage oudere volwassenen met een middelhoog en hoog opleidingsniveau. 
Er zijn geen regionale verschillen in het percentage oudere volwassenen dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt. 

Leeftijd en geslacht

Percentage volwassenen van 65 jaar en ouder dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt, volgens geslacht, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Ouderen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen in woonzorgcentra, personen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, of personen die niet zonder hulp konden worden geïnterviewd (bv. personen met dementie).
  • Er is geen verschil volgens geslacht in het percentage oudere volwassenen (65 jaar en ouder) dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt: 77% van de vrouwen en 78% van de mannen.

Opleidingsniveau

Percentage volwassenen van 65 jaar en ouder dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt, volgens opleidingsniveau, België: 2022-2023

  • Ruw = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status.
  • Het opleidingsniveau wordt berekend op niveau van het huishouden door rekening te houden met het hoogst behaalde diploma door: (i) de respondenten of hun partner voor volwassenen (18 jaar en ouder), of (ii) de vader en moeder (of verzorger, indien van toepassing) voor kinderen en adolescenten (van 3 tot 17 jaar). Gemakshalve verwijzen we echter naar het opleidingsniveau van individuen in plaats van naar het opleidingsniveau van hun huishoudens.
  • Ouderen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen in woonzorgcentra, personen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, of personen die niet zonder hulp konden worden geïnterviewd (bv. personen met dementie).
  • Van de oudere volwassenen met een laag opleidingsniveau beweegt 72% minstens 150 minuten per week met een matige tot hoge intensiteit, wat lager is dan bij oudere volwassenen met een middelhoog (86%) of hoog opleidingsniveau (88%).

Regio

Percentage volwassenen van 65 jaar en ouder dat minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief beweegt, volgens regio, België: 2022-2023

  • Gecorrigeerd = resultaten gewogen voor seizoen, leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status, en gecorrigeerd volgens leeftijd en geslacht op basis van een lineair regressiemodel (met de Belgische bevolking van 2022-2023 als referentie).
  • Ouderen (65 jaar en ouder) omvatten geen personen in woonzorgcentra, personen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, of personen die niet zonder hulp konden worden geïnterviewd (bv. personen met dementie).
  • In België beweegt 77% van de oudere volwassenen minstens 150 minuten per week met een matige tot hoge intensiviteit. Er is geen substantieel verschil tussen de regio’s.

Gelieve naar deze pagina te verwijzen als: Sciensano. Lichaamsbeweging en sedentair gedrag bij oudere volwassenen: Hoeveelheid en intensiteit van lichaamsbeweging, Voedselconsumptiepeiling 2022-2023, December 2024, Brussel, België, https://www.sciensano.be/nl/resultaten-van-de-nationale-voedselconsumptiepeiling-2022-2023/lichaamsbeweging-en-sedentair-gedrag-bij-oudere-volwassenen/hoeveelheid-en-intensiteit

QR code

QR code for this page URL